Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [45]Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen zijn [46]niet oorbaar; alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen [47]stichten niet. 45. Namelijk die middelmatig zijn, in zichzelven van God niet geboden in het Nieuwe Testament, gelijk onder anderen was het eten van allerlei spijs, als het zonder ergernis kon geschieden. De apostel handelt nu voorts van twee andere gevallen, die hij onder zekere bepalingen in het vervolg toelaat. 46. Namelijk voor mijzelven. 47. Namelijk voor mijnen naaste.